bagatelliseren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ba·ga·tel·li·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van bagatel met het achtervoegsel -iseren of afgeleid van het Duitse bagatellisieren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bagatelliseren
bagatelliseerde
gebagatelliseerd
zwak -d volledig

Werkwoord

bagatelliseren

  1. overgankelijk iets ernstigs onbelangrijk doen voorkomen
    • Het bagatelliseren van de holocaust is wettelijk verboden. 
    • De minister bagatelliseerde de problemen. 
Synoniemen
  • trivialiseren
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bagatelliseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.