badesesong

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈbɑːdəsəˈsɔŋ/
Woordafbreking
  • ba·de·se·song
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van bade en sesong.

Zelfstandig naamwoord

badesesong m

  1. badseizoen, zwemseizoen
  1. «Den milde høsten har medført en utvidet badesesong
    De zachte najaar heeft geleid tot een uitgebreide zwemseizoen.
Verbuiging
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   badesesong     badesesongen     badesesonger     badesesongene  
genitief   badesesongs     badesesongens     badesesongers     badesesongenes  


Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈbɑːdəsəˈsɔŋ/
Woordafbreking
  • ba·de·se·song
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van bade en sesong.

Zelfstandig naamwoord

badesesong m

  1. badseizoen, zwemseizoen
Verbuiging
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   badesesong     badesesongen     badesesongar     badesesongane  
genitief                
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.