azo-

Nederlands

Typische azoverbinding
Huidig
bestand
6
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
  • van het Griekse a + zōè (leven) (-> zonder leven)

Voorvoegsel

azo- [1]

  1. (scheikunde) eerste lid in benamingen van chemische stoffen, meest kleurstoffen, die de azogroep bevatten, d.i. een groep van twee stikstofatomen (—N=N—)
Hyponiemen
  • azobenzol, azobordeaux, azogeel, azogroep, azoïsch, azokleur, azometer, azopigment, azoverfstof

Gangbaarheid

  • Het woord 'azo-' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.