avicultuur

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • avi·cul·tuur
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vogelteelt’ voor het eerst aangetroffen in 1898 [1]
  • afgeleid van cultuur met het voorvoegsel avi- [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord avicultuur aviculturen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

avicultuur v [3]

  1. vogelteelt
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord avicultuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.