auxiliair

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • auxi·li·air
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘hulp-’ voor het eerst aangetroffen in 1649 [1]
  • afgeleid van het Latijnse auxilium (hulp) met het achtervoegsel -air [2]
  • afgeleid van het Franse auxiliaire
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen auxiliairauxiliairderauxiliairst
verbogen auxiliaireauxiliairdereauxiliairste
partitief auxiliairsauxiliairders-

Bijvoeglijk naamwoord

auxiliair [3]

  1. helpend, ondersteunend, hulp-
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord auxiliair staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.