auscultatie
Auscultatie.
Nederlands
Woordafbreking
- aus·cul·ta·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘het beluisteren van de inwendige organen’ voor het eerst aangetroffen in 1846 [1]
- Naamwoord van handeling van ausculteren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | auscultatie | auscultaties |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
auscultatie v [3]
- (medisch) luisteren naar lichaamsgeruis van bijv. hart of longen
Vertalingen
1. luisteren naar lichaamsgeruis van bijv. hart of longen
Gangbaarheid
- Het woord auscultatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'auscultatie' herkend door:
19 % | van de Nederlanders; |
41 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.