auditeur
Nederlands
Woordafbreking
- au·di·teur
Zelfstandig naamwoord
auditeur m [2]
- ambtenaar bij het auditoraat van de Raad van State
- auditeur-generaal
Afgeleide begrippen
- auditeur-generaal, auditeur-militair
Gangbaarheid
- Het woord auditeur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'auditeur' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.