askruik
Nederlands
askruik
Woordafbreking
- as·kruik
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van as zn en kruik zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | askruik | askruiken |
verkleinwoord | askruikje | askruikjes |
Zelfstandig naamwoord
askruik v/m [1]
- een pot waarin de as van een overledene in zit
- De 14-jarige Maarten van Duijn, vrijwilliger bij de hulp aan zeezoogdieren, vond zaterdag de eerste askruik op het strand van Noordwijk. [2]
Gangbaarheid
- Het woord 'askruik' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'askruik' herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Tubantia David van der Heeden 31-12-18 Al drie Duitse urnen gevonden op strand: 'Dit is bizar’
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.