askruik

Nederlands

askruik
Uitspraak
Woordafbreking
  • as·kruik
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord askruik askruiken
verkleinwoord askruikje askruikjes

Zelfstandig naamwoord

askruik v/m [1]

  1. een pot waarin de as van een overledene in zit
    • De 14-jarige Maarten van Duijn, vrijwilliger bij de hulp aan zeezoogdieren, vond zaterdag de eerste askruik op het strand van Noordwijk. [2] 
Synoniemen
  • lijkbus, canope, asurn, urn, aspot
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'askruik' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
82 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.