arbeidsongeschiktheid

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ar·beids·on·ge·schikt·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord arbeidsongeschiktheid arbeidsongeschiktheden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

arbeidsongeschiktheid v [1]

  1. het ongeschikt zijn om te werken (binnen het 'normale' bedrijfsleven)
    • Slechts een op de vijf zzp'ers verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid [2] 
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.