aquaduct

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aqua·duct
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘waterleiding op een gemetselde boog’ voor het eerst aangetroffen in 1599 [1]
  • Van het Latijnse aquaeductus (waterleiding) (aqua met het achtervoegsel -duct) [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord aquaduct aquaducten
verkleinwoord aquaductje aquaductjes

Zelfstandig naamwoord

aquaduct o

  1. brug waarmee een kanaal over een uitholling in het terrein wordt geleid
  2. waterleiding bestaande uit een gemetseld kanaal, of lopend over gemetselde bogen, ofwel ondergronds
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aquaduct staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.