apocrief
Nederlands
Woordafbreking
- apo·crief
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | apocrief | apocriefer | apocriefst |
verbogen | apocriefe | apocriefere | apocriefste |
partitief | apocriefs | apocriefers | - |
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘niet als gezaghebbend erkend’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1599 [1]
Bijvoeglijk naamwoord
apocrief
- niet als gezaghebbend erkend
- Sommige mensen vinden de Bijbel een apocrief boek.
Vertalingen
1. niet als gezaghebbend erkend
Gangbaarheid
- Het woord apocrief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'apocrief' herkend door:
61 % | van de Nederlanders; |
47 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.