antichrist
Nederlands
Woordafbreking
- an·ti·christ
Zelfstandig naamwoord
antichrist m [2]
- personificatie van alles wat vijandig aan het christendom is
- (religie) naam voor het apocalyptische wezen (eigenlijk den duivel zelf) dat vóór het einde der tijden op aarde zal verschijnen vanwege de naderende terugkeer van Jezus Christus om zijn Duizendjarig vredesrijk op aarde te vestigen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord antichrist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'antichrist' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.