anfertigen

Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • an·fer·ti·gen
Woordherkomst en -opbouw
  • Afleiding van het Duitse woord  fertigen ww  maken, doen met het voorvoegsel an-
Naar frequentie 16649
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
anfertigen
fertigte an
angefertigt
zwak volledig hulpwerkwoord: haben

Werkwoord

anfertigen

  1. aanmaken, een bepaalde substantie produceren, iets laten maken
  1. «Der Gemeinderat beschloss, einen Kostenvoranschlag anfertigen zu lassen.»
    De gemeenteraad heeft besloten een ​​kostenraming te laten maken.
Synoniemen
  •  erledigen ww 
  •  fertigen ww 
  •  herstellen ww 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.