anabool
Nederlands
Woordafbreking
- ana·bool
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Grieks, in de betekenis van ‘opbouw van eiwit bevorderend’ voor het eerst aangetroffen in 1973 [1]
- afgeleid van het Griekse 'ballein' (werpen) met het voorvoegsel ana- [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | anabool | anaboler | anaboolst |
verbogen | anabole | anabolere | anaboolste |
partitief | anabools | anabolers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
anabool
- (medisch) weefselopbouwend
- Het wijdverspreid gebruik van anabole steroïden in de sport heeft tot grote opschudding geleid.
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. weefselopbouwend
Gangbaarheid
- Het woord anabool staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'anabool' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.