amoveren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • amo·ve·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘verwijderen’ voor het eerst aangetroffen in 1553 [1]
  • Van het Latijnse 'amovere' met het achtervoegsel -eren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
amoveren
amoveerde
geamoveerd
zwak -d volledig

Werkwoord

amoveren

  1. (formeel) slopen, afbreken
  2. ontslaan

Gangbaarheid

  • Het woord amoveren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.