altruïsme
Nederlands
Woordafbreking
- al·tru·is·me
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘onbaatzuchtigheid’ voor het eerst aangetroffen in 1898 [1]
- afgeleid van het Latijnse alter met het achtervoegsel -isme [2][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | altruïsme | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
altruïsme o
- levenshouding van iemand die zijn handelwijze laat bepalen door de belangen van anderen
Synoniemen
- onbaatzuchtigheid, onzelfzuchtigheid
Gangbaarheid
- Het woord altruïsme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'altruïsme' herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.