alleen-zijn

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • al·leen-zijn
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord alleen-zijn -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

alleen-zijn o

  1. regelmatig gezelschap ontberen
    • Het alleen-zijn werd hem te veel. 
Schrijfwijzen
  • Tot 2005 was de spelling alleenzijn.

Gangbaarheid

  • Het woord alleen-zijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.