allee
Nederlands
Woordafbreking
- al·lee
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Franse allez
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘laan’ voor het eerst aangetroffen in 1513 [2]
- Afkomstig van het Franse allé. [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | allee | alleeën |
verkleinwoord | alleetje | alleetjes |
Gangbaarheid
- Het woord allee staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'allee' herkend door:
72 % | van de Nederlanders; |
65 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- "allee" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- allee op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.