aidsepidemie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aids·epi·de·mie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aidsepidemie aidsepidemieën
aidsepidemies
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

aidsepidemie v

  1. (medisch) de verspreiding van de besmetting met het hivvirus en het voorkomen van aids
    • Erger, willens en wetens heeft de partij gekozen voor instandhouding van het stigma rond hiv. Sinds de aidsepidemie van de jaren '80 is seks iets geworden waar je bang voor moet zijn en mensen met hiv kun je daarom maar beter wantrouwen.[1] 
    • Inspire2Live, gemodelleerd naar Amerikaanse patiëntenbewegingen tijdens de aidsepidemie, was niet uitgenodigd bij de hoorzitting. De organisatie is extremer dan vergelijkbare instellingen. Inspire2Live riskeert daarmee de farmaceutische industrie van zich te verwijderen. [2] 

Gangbaarheid

  • Het woord aidsepidemie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Het Parool LINDA DUITS EN ANTONY OOMEN 8 FEBRUARI 2018 'Geen PrEP? Dan ook geen VVD-boot op de Pride'
  2. Het Parool JOP VAN KEMPEN 4 OKTOBER 2017 Patiëntenorganisatie lokt proces uit voor betaalbare medicijnen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.