afwissen
Nederlands
Woordafbreking
- af·wis·sen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van af bw en wissen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afwissen |
wiste af |
afgewist |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
afwissen
- overgankelijk met een vegende beweging verwijderen of schoonmaken
- Hij wiste de gevallen bloemblaadjes van de tafel af.
Vertalingen
1. met een vegende beweging verwijderen of schoonmaken
Gangbaarheid
- Het woord afwissen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'afwissen' herkend door:
75 % | van de Nederlanders; |
76 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.