afvriezen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·vrie·zen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afvriezen
vroor af
afgevroren
klasse 2

onregelmatig

volledig

Werkwoord

afvriezen [1]

  1. onovergankelijk door de werking van de vorst afsterven
Afgeleide begrippen
  • afvriezing

Gangbaarheid

  • Het woord afvriezen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
63 %van de Nederlanders;
86 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.