afstamming
Nederlands
Woordafbreking
- af·stam·ming
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | afstamming | afstammingen |
verkleinwoord | afstamminkje afstammingetje |
afstamminkjes afstammingetjes |
Zelfstandig naamwoord
afstamming v
- de genetische voorgescheidenis van een individu, volk of soort
- De afstamming van de zoogdierorden is dank zij DNA-onderzoek een stuk duidelijker geworden.
- bij uitbreiding de voorgeschiedenis van een taal, symbool enz
Vertalingen
1. de genetische voorgescheidenis van een individu, volk of soort
Gangbaarheid
- Het woord afstamming staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'afstamming' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.