afslanken

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·slan·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afslanken
slankte af
afgeslankt
zwak -t volledig

Werkwoord

afslanken

  1. ergatief gewicht verliezen, meest door beweging en dieet
    • Hij was twintig pond afgslankt. 
  1. overgankelijk eufemistisch een groep in grootte doen verminderen bijvoorbeeld door ontslag
    • Sommige groepen zullen afgeslankt worden en sommige groepen zullen niet voortgezet worden. 

Gangbaarheid

  • Het woord afslanken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.