afschaffing
Nederlands
Woordafbreking
- af·schaf·fing
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van afschaffen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | afschaffing | afschaffingen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
afschaffing v
- het doen ophouden te bestaan van een regel, wet, instelling, ambt e.d
Gangbaarheid
- Het woord afschaffing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'afschaffing' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.