afromen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·ro·men
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afromen
roomde af
afgeroomd
zwak -d volledig

Werkwoord

afromen

  1. het beste ergens vanaf halen
    • Hij denkt dat de maatregelen niet afdoende zijn om de exorbitante bonussen af te romen. 
  1. bankbiljetten uit de kassa verwijderen en opbergen (in een kluis)
    • Door het afromen van de kassa's hopen de winkeliers de overvallen tegen te gaan. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord afromen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.