afpoeieren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·poei·e·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afpoeieren
poeierde af
afgepoeierd
zwak -d volledig

Werkwoord

afpoeieren

  1. overgankelijk zorgen dat men van iemand af komt
    • We moesten de opdringerige collectanten afpoeieren. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord afpoeieren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.