afpersing
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afpersing (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈɑf.pɛr.sɪŋ/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈɑf.pɛr.sɪŋ/
Woordafbreking
- af·per·sing
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | afpersing | afpersingen |
verkleinwoord | afpersinkje | afpersinkjes |
Zelfstandig naamwoord
afpersing v
- mensen onder voor de buitenwereld onzichtbare bedreiging zaken tegen hun wil laten doen
Vertalingen
1. mensen onder voor de buitenwereld onzichtbare bedreiging zaken tegen hun wil laten doen
Gangbaarheid
- Het woord afpersing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'afpersing' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.