aforisme

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • afo·ris·me
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het me Latijn, in de betekenis van ‘korte spreuk’ voor het eerst aangetroffen in 1615 [1]
  • Via het Middeleeuws Latijnse aphorismus van het Ougriekse ἀφορισμός, wat weer teruggaat tot ἀφορίζω met het achtervoegsel -isme [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord aforisme aforismen, aforismes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

aforisme o

  1. (letterkunde) korte spreuk met een kernachtige boodschap
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aforisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
78 %van de Nederlanders;
76 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.