afmelden

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·mel·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afmelden
meldde af
afgemeld
zwak -d volledig

Werkwoord

afmelden

  1. wederkerend (informatica) de sessie binnen een programma beëindigen
    • Toen hij klaar was met het programma moest hij zich afmelden. 
  1. wederkerend niet langer deelnemen aan
    • Hij meldde zich af van die vergadering omdat hij een andere afspraak had. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord afmelden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.