afgelopen
Nederlands
Woordafbreking
- af·ge·lo·pen
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van aflopen: voltooid deelwoord, op te vatten als samenstelling van af bw en gelopen ww
stellend | |
---|---|
onverbogen | afgelopen |
verbogen | |
partitief | afgelopens |
Bijvoeglijk naamwoord
afgelopen
- beëindigd.
- Afgelopen kun je alleen gebruiken tegen het einde van de desbetreffende periode.
Uitdrukkingen en gezegden
- de afgelopen maanden/dagen/weken/jaren/uren
de maanden/dagen/weken/jaren/uren die net voorbij zijn gegaan
- • `Ik zal morgen opruimen. Die dozen daar ook. En de koffers. Ik heb gewoon geen tijd gehad om ze uit te pakken de afgelopen weken.' [1]
- • De Woutertje Pieterse Prijs voor het beste jeugdboek van het afgelopen jaar heeft doorgaans twee winnaars: het is uitdrukkelijk een bekroning voor de samenwerking tussen schrijver én illustrator. [2]
Gangbaarheid
- Het woord afgelopen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'afgelopen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Sandes, David De wondermethode 2006 ISBN 9044509543 pagina 285
- de Volkskrant Pjotr van Lenteren11 april 2019 Jeugdboek Alles komt goed, altijd van Kathleen Vereecken en Charlotte Peys wint Woutertje Pieterse Prijs
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.