afboorden
Nederlands
Woordafbreking
- af·boor·den
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van af bw en boorden ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afboorden |
afboordde |
afgeboord |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
afboorden
- overgankelijk van een boord voorzien
- De tuinman vond dat we het grasperk moesten afboorden.
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord afboorden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'afboorden' herkend door:
65 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.