adoreren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ado·re·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘aanbidden’ voor het eerst aangetroffen in 1553 [1]
  • afgeleid van het Franse adorer (met het achtervoegsel -eren) [2] [3]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
adoreren
adoreerde
geadoreerd
zwak -d volledig

Werkwoord

adoreren

  1. overgankelijk aanbidden, verafgoden, vereren
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord adoreren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.