adjudant-chef
Nederlands
Woordafbreking
- ad·ju·dant-chef
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van adjudant zn en chef zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | adjudant-chef | adjudant-chefs |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
adjudant-chef m
- (militair) onderofficier in het Belgische leger met een fucntie die overeenkomt met die van sergeant-majoor in het Nederlandse leger
- Sinds de oprichting in 1951 was Westakkers zowat de backoffice van het leger. Ook de logistieke dienst had een Latijnse leuze: Pugnantes Adjuvo ofte ‘Ik help de Strijders’. ‘Er werden houten palletten gemaakt en ladders voor de F16’s’, zegt adjudant-chef Dirk Rogiest, die hier ‘fijne jaren’ heeft beleefd. ‘VN-voertuigen werden hier in het wit geschilderd. Materieel werd op het spoor gezet en naar Kallo vervoerd voor verscheping. Eind jaren 70 werkten hier zo’n 3.000 mensen, militairen en burgers.’[1]
- De sectie Topsport Defensie is nog op zoek naar drie olympische kandidaten, zo maakte adjudant-chef Marc van Vleymen maandag bekend.[2]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord adjudant-chef staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- de Stamdaard 07/01/15
- de Standaard 17/02/2014 jvh
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.