adempauze
Nederlands
Woordafbreking
- adem·pau·ze
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van adem en pauze [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | adempauze | adempauzes adempauzen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
adempauze v/m [2]
- een pauze om te rusten
- Na 3 uur wandelen namen we een korte adempauze om wat op adem en tot rust te komen.
- Het is onzeker of de opstandelingen hun nieuwe posities goed weten te verdedigen en eveneens of hun tegenstanders een adempauze nemen voor ze verder proberen op te rukken. [3]
Gangbaarheid
- Het woord adempauze staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'adempauze' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- adempauze op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Floris van Straaten 29 november 2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.