abaca

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aba·ca
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Spaans [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord abaca -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

abaca

  1. (plantkunde) Musa textilis een bananensoort die een vezel levert, de manillahennep
Synoniemen
  • Filipijnse hennep, vezelbanaan
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'abaca' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.