aanzitten

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·zit·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanzitten
zat aan
aangezeten
klasse 5 volledig

Werkwoord

áánzitten

  1. ~ aan: aan de maaltijd zitten.
    • Zij zaten aan aan het banket. 
  1. aanraken, de handen leggen op iets.
    • Zij zaten overal aan. 
Vaste voorzetsels
  • aanzitten aan

Gangbaarheid

  • Het woord aanzitten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.