aanwippen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanwippen    (hulp, bestand)
  • IPA: / ˈaɱˌwɪpə(n)/
  • IPA: /ˈanʋɪpə(n)/
Woordafbreking
  • aan·wip·pen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanwippen
wipte aan
aangewipt
zwak -t volledig

Werkwoord

aanwippen

  1. ergatief kort bezoeken
    • Toen ze toch in de buurt waren kwamen ze even aanwippen. 

Gangbaarheid

  • Het woord aanwippen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
76 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.