aanvoerster
Nederlands
Woordafbreking
- aan·voer·ster
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanvoerster | aanvoersters |
verkleinwoord | aanvoerstertje | aanvoerstertjes |
Zelfstandig naamwoord
aanvoerster v
- vrouwelijke aanvoerder
- Deze Nederlandse wielrenster is de nieuwe aanvoerster van de wereldranglijst.
- Zij was de aanvoerster van het team.
Gangbaarheid
- Het woord aanvoerster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'aanvoerster' herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.