aantuigen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aantuigen    (hulp, bestand)
  • IPA: /'anˌtœyɣə(n)/
Woordafbreking
  • aan·tui·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aantuigen
tuigde aan
aangetuigd
zwak -d volledig

Werkwoord

aantuigen [1] [2]

  1. inergatief (verouderd) protesteren, verzet aantekenen
    • Vele krijgsoversten zullen, hope ik, daartegen aantuigen. [3] 

Gangbaarheid

  • Het woord 'aantuigen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.