aanswitchen
Nederlands
Woordafbreking
- aan·swit·chen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aan bw en switchen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanswitchen |
switchte aan |
aangeswitcht |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
aanswitchen
- overgankelijk activeren, in gang zetten, van stroom voorzien
- U moet het alarm weer aanswitchen na een stroomstoring.
Gangbaarheid
- Het woord 'aanswitchen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.