aanspreekbaarheid
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanspreekbaarheid (hulp, bestand)
- IPA: / 'anˌspreɡbarhɛit /
- IPA: /ˈanspregbarɦɛɪ̯t/
Woordafbreking
- aan·spreek·baar·heid
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van aanspreekbaar met het achtervoegsel -heid.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanspreekbaarheid | aanspreekbaarheden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
aanspreekbaarheid v
- de mate van het aanspreekbaar zijn
- De aanspreekbaarheid van medewerkers is gelukkig groot.
Gangbaarheid
- Het woord aanspreekbaarheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.