aanroeren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanroeren    (hulp, bestand)
  • IPA: /'anˌrurə(n)/
Woordafbreking
  • aan·roe·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanroeren
roerde aan
aangeroerd
zwak -d volledig

Werkwoord

aanroeren

  1. overgankelijk aanraken, kort bespreken
    • Hij zal de kwestie aanroeren bij zijn ontmoeting volgende week. 
    • Ik weet dat ik een heikel punt aanroer, maar ik zeg het toch. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aanroeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.