aanrechtkastje
![](../I/m/Interieur%2C_woongedeelte%2C_keuken%2C_aanrecht_en_pomp_-_Nederweert_-_20334603_-_RCE.jpg)
aanrechtkastjes onder het aanrecht
Nederlands
Woordafbreking
- aan·recht·kast·je
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aanrecht en kastje
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | - |
verkleinwoord | aanrechtkastje | aanrechtkastjes |
Zelfstandig naamwoord
aanrechtkastje o dim. tant.
- een klein kastje in een keukenaanrecht
- De schoonmaakmiddelen liggen in het aanrechtkastje.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.