aanpoten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanpoten    (hulp, bestand)
  • IPA: /'amˌpotə(n)/
Woordafbreking
  • aan·po·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanpoten
pootte aan
aangepoot
zwak -t volledig

Werkwoord

aanpoten

  1. flink werken

Gangbaarheid

  • Het woord aanpoten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
73 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.