aanmunten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanmunten    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈanˌmʏntə(n)/; /amʌntə(n)/
Woordafbreking
  • aan·mun·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanmunten
muntte aan
aangemunt
zwak -t volledig

Werkwoord

aanmunten

  1. overgankelijk tot munt slaan
    • Er moest nog aangemunt worden. 

Gangbaarheid

  • Het woord aanmunten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
32 %van de Nederlanders;
52 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.