aanmengen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanmengen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈanˌmɛŋə(n)/
Woordafbreking
  • aan·men·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanmengen
mengde aan
aangemengd
zwak -d volledig

Werkwoord

aanmengen

  1. overgankelijk iets droogs met iets vloeibaars mengen
    • Hij mengde het geheel onder goed roeren met melk aan. 

Gangbaarheid

  • Het woord aanmengen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
79 %van de Nederlanders;
74 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.