aangepast

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aangepast    (hulp, bestand)
  • IPA: /'aŋɣəˌpɑst/
Woordafbreking
  • aan·ge·past
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanpassen

aangepast

  1. voltooid deelwoord van aanpassen
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen aangepastaangepaster(aangepastst) *
verbogen aangepasteaangepastere(aangepastste) *
partitief aangepastsaangepasters-

Bijvoeglijk naamwoord

aangepast

  1. geschikt gemaakt
    • „In het aangepaste plan zijn we met de vereniging overeengekomen dat de bestaande buitenmanege wordt uitgebreid en ingepast in de glooiende Rijssense Es”, zegt wethouder Roland Cornelissen. [1] 
Opmerkingen
  • Omdat "-stst" moeilijk is uit te spreken en te verstaan kan voor de overtreffende trap beter de omschrijving "meest aangepast(e)" worden gebruikt.[2][3]
Spreekwoorden

aangepaste woonruimte

  • woning die berekend is op personen met een handicap

Gangbaarheid

  • Het woord aangepast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.