aanflitsen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanflitsen    (hulp, bestand)
  • IPA: /'anˌflɪtsə(n)/
Woordafbreking
  • aan·flit·sen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanflitsen
flitste aan
aangeflitst
zwak -t volledig

Werkwoord

aanflitsen

  1. ergatief (gezegd van licht): plotseling gaan branden
    • De zon schijnt volop en als we 30 meter onder grote donkere bomen de grindweg zijn opgereden lijkt het wel of het licht aanflitst in een open kamer omzoomd door hoge beuken en eiken.[1] 

Gangbaarheid

  • Het woord aanflitsen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
66 %van de Nederlanders;
67 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.