aaneengesloten

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·een·ge·slo·ten
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aaneensluiten

aaneengesloten

  1. voltooid deelwoord van aaneensluiten
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aaneengesloten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Bijvoeglijk naamwoord

stellend
onverbogen aaneengesloten
verbogen
partitief aaneengeslotens
  1. zonder tussenruimte
    • - Wij hadden drie aaneengesloten weken vakantie. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.