aanboren
Nederlands
Woordafbreking
- aan·bo·ren
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aan vz en boren ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanboren |
boorde aan |
aangeboord |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
aanboren
- overgankelijk met een boor bereiken
- Om de druk op de oliemarkt enigszins te verlichten boorde een het oliebedrijf een nieuwe oliebron aan.
- overgankelijk een voorraad gaan gebruiken
- Nu ze vijf dagen ingesneeuwd zaten, moesten ze hun voorraad soep uit een pakje aanboren.
Gangbaarheid
- Het woord aanboren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'aanboren' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.